Bekijk alle artikelen

Duurzame prikkels in de wegenbouw

Eén keer per maand vragen we een Strukton Expert om zijn of haar scherpe visie met ons te delen. Deze keer schrijft Frank Bijleveld (Manager Onderzoek, Ontwikkeling en Kwaliteit Wegenbouw) over duurzame prikkels in de wegenbouw.

Om de planeet op een goede manier aan volgende generaties door te geven, is het bereiken van de klimaatdoelstellingen van vitaal belang. Daarvoor is het essentieel om duurzaamheid daadwerkelijk in de wegenbouwpraktijk te realiseren. Circulariteit, MKI (milieukostenindicator), upcycling, downcycling, CO2, biobased, gasloos en energieneutraal zijn niet meer weg te denken uit onze wegenbouwprojecten. Maar om met de deur in huis te vallen: als we doorgaan op de huidige manier, gaan we de klimaatdoelstellingen niet bereiken. Het positieve nieuws: we kunnen veranderen, er kan nog innovatiecapaciteit gemobiliseerd worden en er zijn voldoende projecten om duurzame innovaties in toe te passen.

"Wat moet er dan veranderen? Vanzelfsprekend heb ik ook niet alle oplossingen in huis, maar vanuit mijn ervaringen kan ik wel een aantal problemen en perverse prikkels bespreekbaar maken en oplossingsrichtingen schetsen."

Focus op kwaliteit, levensduur en constructie-optimalisatie
Ik hoor en lees al jaren, bevestigd door onderzoek en literatuur, dat kwaliteit en levensduur het belangrijkst zijn qua duurzaamheid. Immers, als de weg een jaar minder lang meegaat, moet de gehele milieu-impact van de aanleg over een kortere periode worden afgeschreven. Wat is er mijns inziens de afgelopen jaren gedaan? Er is veel aandacht gegaan naar recycling van asfaltgranulaat en lage temperatuurproductie, maar beperkt naar verbetering van kwaliteit, levensduur en gevoeligheid van deze mengsels voor verwerking.

Veel duurzaamheidswinst zit ook in constructie-optimalisatie (laagdikte-reductie). Maar zo lang we de milieu-impact meten met een MKI per asfaltton, is er geen prikkel om minder tonnen asfalt te realiseren. Een lage MKI/m2/jaar stimuleert wél om te werken aan levensduur en constructie-optimalisatie. Natuurlijk snap ik dat ‘vrijlaten van de levensduur aan de opdrachtnemer’ ook tot opportunistisch gedrag leidt (er wordt van alles beloofd). Maar dat is geen reden om er niets mee te doen. We zullen gezamenlijk als sector – opdrachtgevers en opdrachtnemers – moeten nadenken over het plausibel onderbouwen van de levensduur. Het liefst pragmatisch, want 100% betrouwbare levensduurvoorspelling krijgen we niet. En we kunnen tot 2030 modellen ontwikkelen, maar dan zijn we te laat én de mengsels en materialen uit die modellen zijn alweer veranderd.

Combinatie van aanleg en beheer
Ook missen we duurzaamheidskansen, doordat we de aanleg van een weg en het gebruik (en beheer) veelal hebben losgeknipt van elkaar. In de integrale oplossing zit de echte duurzaamheidswinst voor Nederland. Een aantal voorbeelden:

  • We kunnen in de asfaltdeklaag witte steenslag toepassen om heat-island-effects binnen bebouwde kom te verminderen en te besparen op openbare verlichting.
  • We kunnen de rolweerstand van een wegdek verlagen om brandstof tijdens de gebruiksfase te besparen.
  • We kunnen energie opwekken uit wegen (warmte/koude en elektrisch).

"Hoe mooi zou het zijn als we in Nederland 500 miljoen liter minder brandstof nodig hebben, omdat we wegdekken hebben met een lage rolweerstand?"

Samenwerking
Opdrachtgevers en opdrachtnemers moeten het samen doen. Wat is mijn ervaring in de praktijk? Lange, bureaucratische validatietrajecten. En mogelijk nog voortkomende uit de bouwfraude, is er nog veel wantrouwen naar elkaar – opdrachtgevers hebben al snel het idee dat duurzame alternatieven worden ingebracht door de aannemer om meer geld te verdienen en opdrachtnemers hebben al snel het idee dat opdrachtgevers bewust vernieuwingen tegenhouden, terwijl ze zo goed mogelijk de belangen van de maatschappij willen vertegenwoordigen.

Mijn oproep is dat opdrachtnemers moeten kunnen innoveren op basis van betrouwbare maatschappelijke doelstellingen en opdrachtgevers innovatie stimuleren en de juiste kaders scheppen (met benodigde vakkennis) waarin de innovaties toegepast kunnen worden. Die gesprekken over samenwerking zijn er gelukkig ook, zie https://www.magazinesrijkswaterstaat.nl/zakelijkeninnovatie/2022/01/waardegedreven-onderhoud

Trots
Tot slot – ik ben ontzettend trots op deze sector. Na het lezen van deze column lijkt mijn beeld misschien niet zo positief, maar ik heb deze column geschreven gericht op verbeteringen. De wegenbouw is en blijft een mooie sector om in te werken. Duurzaamheid en circulariteit is de dagelijkse praktijk en er wordt hard gewerkt om dit met innovatieve oplossingen nog beter te doen. Een oproep aan alle jongeren is om je te verwonderen in deze sector waar je je creativiteit kwijt kunt in vernieuwend, duurzaam bouwen.

Frank Bijleveld

Senior Operationeel Manager


+31 (0)6 51 61 81 94